(Grieks) (pdf)

[1] Atheners, net nu wij dachten dat de rampzalige gebeurtenissen genoeg herinneringen aan onze stad hadden nagelaten, dat ook onze nakomelingen geen andere regeringsvorm zouden verlangen, proberen deze mannen om hen die kwaad geleden hebben en die ervaring hebben met beide regeringsvormen, te bedriegen met dezelfde voorstellen als waarmee ze het al twee keer eerder geprobeerd hebben. [2] En over hen verbaas ik me niet, maar wel over u, die daar hen luistert, ofwel omdat u het meest vergeetachtig bent van alle mensen, ofwel het meest bereid om kwaad te lijden door dit soort mannen, die in hun omstandigheden deelhadden aan de zaak van de partij in Peiraieus, maar in hun opvattingen aan die van hen uit de stad. Maar waarom moesten de ballingen terugkeren, als u zichzelf door deze stemming te houden tot slaven gaat maken? [3] Atheners, hoewel ikzelf noch door mijn bezit noch door mijn afkomst uitgesloten word, maar in beide zaken voorrang heb op mijn opponenten, is het mijn overtuiging dat het de enige redding voor onze stad is, wanneer alle Atheners aan het bestuur ervan deelhebben. Want toen wij muren en schepen en geld en bondgenoten bezaten, dachten we er niet over om enige Athener uit te sluiten, maar maakten we het zelfs mogelijk voor de inwoners van Euboia om zich in te trouwen. En nu moeten we bestaande burgers uitsluiten? [4] Niet als u zich door mij laat overtuigen! Wij zullen na de muren deze dingen niet ook nog van onszelf wegnemen, namelijk een groot aantal hoplieten en ruiters en boogschutters, waarmee u, als u hen bljift houden, een stabiele democratie zult blijven, een grotere macht zult hebben over uw vijanden en een grotere steun zult zijn voor uw bondgenoten. Want u weet dat er in onze tijd oligarchieën zijn geweest en dat het niet de mensen waren die grond bezaten, die de stad in hun macht hadden, maar dat velen van hen gestorven zijn en veel anderen uit de stad verbannen. [5] En nadat de democratische partij hen heeft laten terugkeren, heeft zij uw land aan u teruggegeven en durfde er zelf geen deel van te nemen. Dus als u zich door mij laat overtuigen, zult u uw weldoeners niet van hun vaderland beroven, voor zover u kunt, en woorden niet geloofwaardiger vinden dan daden, of de toekomst meer dan het verleden, vooral wanneer u terugdenkt aan degenen die voor de oligarchie strijden, die naar hun woorden oorlog voeren tegen de democratische partij, maar naar hun daden uit zijn op uw bezit, en zij zullen het te pakken krijgen, zodra zij u van bondgenoten verstoken in handen krijgen.

[6] Vervolgens, met de situatie zoals hij nu is, vragen zij ons welke redding er zal zijn voor onze stad, als wij niet doen wat de Spartanen bevelen. Maar ik heb graag dat zij vertellen welk voordeel het de democratie zal opleveren, als wij wel doen wat zij opdragen. En als dat er niet is, dan is het voor ons veel beter om strijdend te sterven dan onszelf publiekelijk ter dood te veroordelen. [7] Want ik denk dat als ik u weet te overtuigen, het gevaar voor beide groepen gezamenlijk zal zijn. […] Ik zie de inwoners van Argos en Mantinea dezelfde instelling hebben, terwijl ze in hun eigen land wonen, waarbij de ene groep een grens deelt met de Spartanen en de andere dichtbij woont, en de ene groep is met niet meer dan wij, en de andere met nog geen drieduizend. [8] Want de Spartanen weten, ook als zij hun land meermaals binnenvallen, dat die anderen even zo vaak de wapens zullen opnemen en tegen hen aan zullen treden. Ze vinden het dus geen goed risico, want als zij winnen, dan zullen de anderen niet onderworpen worden, maar als zij verliezen, dan raken ze kwijt wat ze nu hebben. En hoe beter het met hen gaat, des te minder verlangen ze ernaar om dat risico te nemen. [9] Ook wij hadden deze instelling, Atheners, in de tijd dat wij over de Grieken heersten. Wij dachten het juiste besluit te nemen, toen wij toekeken hoe ons land verwoest werd, omdat wij het niet nodig vonden ervoor te strijden. Het was immers een goede zaak om veel in stand te houden door weinig op te geven. Maar nu dat wij door de strijd al die dingen kwijt geraakt zijn, en alleen het vaderland nog over is voor ons, weten wij dat alleen dit risico de hoop op redding met zich meebrengt. [10] We moeten terugdenken aan het feit dat wij al veel anderen geholpen hebben toen zij onrecht te lijden kregen, en veel overwinningstekens in het gebied van onze vijanden opgericht hebben, en we moeten nu dappere mannen zijn ter verdediging van ons vaderland en van onszelf, vertrouwend op de goden en met de hoop dat er rechtvaardigheid zal zijn voor hen die onrecht te lijden hebben. [11] Want het zou heel erg zijn, Atheners, als wij met de Spartanen vochten toen wij in ballingschap waren, om terug te kunnen keren, maar eenmaal teruggekeerd weer in ballingschap gaan, om niet te hoeven vechten. Zou het niet schandalig zijn als wij tot zulk een mate van lafheid komen, dat onze voorvaders ook voor de vrijheid van anderen hun leven waagden, maar u zelfs voor die van onszelf geen oorlog durft voeren? […]